Oké daar gaan we. Het is zondagmiddag en ik heb even tijd om eens goed te duiken in de genen achter het prachtige Merle. Alle informatie die ik kan vinden is in het Engels dus ik ga mijn best doen het zo goed mogelijk te vertalen naar een soort Jip en Janneke taal die we allemaal begrijpen.
Om alle informatie die je op het punt staat te lezen goed te begrijpen is het belangrijk dat je een klein beetje kennis hebt van de basisgenetica. Deze kun je hier terugvinden.
De mogelijke soorten merle
We weten dat een pup van elke ouder één allel (gen, stukje DNA) krijgt voor elke locus. Dus als we naar de merle locus kijken krijgt een hond van de vader, en de moeder een allel. De combinatie van de twee zorgen er voor dat een hond wel of niet merle is. Een Mm is een merle, en een mm is geen merle (gewoon zwart wit bijvoorbeeld). Lange tijd gingen we uit van alleen deze twee allelen: M en m.
Maar nu komt het. Het leek zo simpel. Maar merle is een van de ingewikkeldste loci die er zijn. Merle heeft namelijk de neiging om zo nu en dan te muteren. Een mutatie houdt in dat het gen verandert. Om de een of andere rede past de genetische informatie zich aan. Zo zijn er bijvoorbeeld al 4 verschillende allelen die voor kunnen komen op de M locus:
- Mh harlekijn merle
- M merle
- Ma en Ma+ atypical merle
- Mc en Mc+ cryptic merle
- m niet merle